Terug naar de vorige index


Marga Minco - Het bittere kruit

door drs. J.J. de Vries




Marga Minco, Het bittere kruit, Een kleine kroniek
Bert Bakker, Amsterdam (1997)
Bespreking door drs. J.J. de Vries


Samenvatting:
De hoofdpersoon Mink is een van de belangrijkste figuren in het Amsterdams-Zaanse criminele milieu. Hij heeft een moeilijke jeugd gehad. Zijn ouders zijn van Marokkaanse en Nederlandse afkomst en voedden hem veel te streng op. Inmiddels heeft zijn moeder zich van zijn vader laten scheiden.
Na de aanslag op het WTC krijgt de familie het steeds moeilijker: ze worden door de buurt gediscrimineerd, zijn vader wordt ten onrechte opgeroepen voor een inburgeringcursus en zijn moeder verhuist van Breda naar de Bijlmer.

Tijdens zijn studie niet-oosterse antropologie komt Mink niet alleen in contact met een meisje dat deel wil uitmaken van het koninklijk huis, maar ook met het drugsmilieu, eerst als gebruiker en later als handelaar. Collega antropologen brengen hem in verband met bewoners van de driehoek Thailand Laos en Birma en weldra heeft hij een bloeiend bedrijf in im- en export. Samen met vier vrienden ontvoert hij de broer van de eigenaar van een belangrijke supermarktketen. Hij wordt echter in Spanje gearresteerd en verblijft geruime tijd in de Bijlmer bajes, waar zijn moeder, die in de buurt woont, hem bijna dagelijks opzoekt. Daar wijdt hij zich aan het opschrijven van zijn herinneringen en het vervolmaken van zijn literaire stijl.

Nadat hij wegens goed gedrag vervroegd in vrijheid is gesteld, probeert hij een betrekking op een school als zij- instromer te krijgen, maar men wijst hem bij het basisonderwijs voortdurend af vanwege zijn criminele verleden.
Omdat niet al het geld van de ontvoering is teruggevonden en verdeeld, bestaat er onder de voormalige ontvoerders een ernstig wantrouwen. De aanvoerder, ‘Het Oor’ genoemd vanwege zijn uitstaande linkeroor, bedreigt Mink en zet hem onder druk om het geld te betalen. Mink heeft intussen een baan gevonden door lessen Nederlandse taalbeheersing te geven aan immigranten, toevallig aan een instelling waar zijn vader nog steeds vergeefs probeert in te burgeren. Dit levert natuurlijk te weinig op om het Oor tevreden te stellen en hij weigert om het budget van de onderwijsinstelling te plunderen. Wel stort hij zich opnieuw in de drugshandel, waar hij een combinatie van oude vrienden en nieuwe contacten gaat aanvoeren. Hij voelt zich na enige tijd zo machtig dat hij niet bereid is om geld te betalen waar zijn voormalige partner geen recht op heeft.

Het Oor forceert een ontmoeting, waar Mink gewapend naartoe gaat. Het gesprek vindt plaats in een verwijtende sfeer en leidt tot een hevige ruzie. Door de escalatie van verwijten breekt er een vuurgevecht uit, waarbij veel kruit wordt verschoten.

In een flashback wordt aandacht besteed aan de nabestaanden: de vriendin van Mink die met een edelman wilde trouwen, de kinderen van zijn weduwe, de familieleden van ‘De Kin’ die ook achterblijven en de vele vrienden in de wereld van de projectontwikkelaars.
Mink heeft weliswaar gewonnen, maar hij is verscheurd door wroeging. Hij zoekt troost bij een psycholoog en later bij en dominee, maar het baat niet. Tenslotte gaat hij op reis naar Tibet om spirituele verlichting te vinden.

Titelverklaring:
Hoewel de hoofdpersoon de strijd tegen zijn tegenstanders wint in een vuurgevecht (kruit), is deze overwinning heel bitter.

Thema:
De mens wordt door zijn verleden onontkoombaar geduwd in de richting van een noodlot dat hij niet wenst maar toch niet kan vermijden.

Genre:
Postmoderne psychologische roman, die elementen van het misdaadverhaal gebruikt, zonder te vervallen tot populaire misdaadlectuur.

Plaats en tijd:
Het verhaal beslaat een periode van ongeveer twintig jaar vanaf de jeugd van Mink tot het begin van zijn pelgrimstocht. Door middel van talrijke flashbacks worden heden en verleden geïntegreerd. De plaatsen zijn voornamelijk Amsterdam, Zaandam, Breda en de Bijlmer en één uitstapje naar Laos.

De auteur:
Marga Minco is het pseudoniem van Mink O., die op 31 maart 1950 geboren wordt in Ginneken. Rond de persoonlijkheid van zijn pseudoniem heeft hij tal van verwarrende verhalen in de wereld gebracht. Zijn werk wordt grotendeels door eigen belevingen gekleurd. De basis zijn de eigen belevenissen, die overigens aanzienlijk gedramatiseerd en overdreven worden.
Hij had enige contacten met het drugsmilieu en was op de hoogte van de ontvoering van R. Hein. Tijdelijk leefde hij in travestie in Breda om de politie op een dwaalspoor te brengen; volgens sommigen is dat de oorzaak van zijn vrouwelijke pseudoniem. In de gevangenis wijdde hij zich aan de ontwikkeling van zijn schrijftalent en als modelgevangene werd hij na een zeer korte detentie vrijgelaten. Zijn debuut is Het bittere kruit uit 1997, dat in 2003 wordt verfilmd door Kees van Oostrum. Minco distantieert zich echter volledig van deze verfilming. Als zijn verhalen niet over de criminaliteit gaan, dan spelen eenzaamheid en isolement een grote rol. Het noodlot is ook belangrijk in zijn boeken. Hij schrijft ook korte verhalen en kinderboeken, onder andere Kijk ´ns in de la en De verdwenen bladzij. In 1998 ontvangt hij de Vijverbergprijs voor Het bittere kruit.
Ander werk: De ontmoeting op de brug, Het leven is een zeepbel.

Karakterbeschrijving:
Mink: De hoofdpersoon is een jongen van gemengde afkomst die wordt getekend door de omstandigheden. Hoewel hij kiest voor het goede, doet hij toch verkeerde en zelfs misdadige dingen. Hij is een ‘round charakter’.

Het Oor:
Zijn voormalige beste vriend is nu een vijand geworden, gedreven door de zucht naar geld.

Bijfiguren:
Het oor, de psycholoog, de Kin, de gescheiden ouders, de Lel (de vrouw van het Oor) en de Dominee.

Perspectief:
De auteur vertelt het verhaal vanuit het perspectief van de alwetende vertellen; anders gezegd: het is een verhaal in de derde persoon.


---einde(12-05-2011)---

Terug naar de vorige index